Door de toenemende stress en drukte in onze huidige samenleving, neemt het aantal burn-outs onder werkenden de afgelopen jaren aanzienlijk toe. Een burn-out kan onder meer veroorzaakt worden door werkomstandigheden, zoals een werkgever die de werkdruk te hoog legt of interpersoonlijke problemen (werkrelaties, gebrek aan sociale steun, pesten of arbeidsconflicten). In sommige gevallen kan een werknemer zijn werkgever aansprakelijk stellen voor zijn burn-out. Hoe dit precies zit, lees je in dit blog.
Volgens artikel 7:658 uit het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), kan een werkgever aansprakelijk worden gesteld voor de schade die een werknemer heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Hierbij staat de zorgplicht centraal: de werkgever heeft een zorgplicht jegens zijn werknemers en heeft dus de verplichting om het arbeid en werkplek van de werknemer zodanig te organiseren dat de werknemers geen schade lijdt. De werknemer staat bij bedrijfsongevallen waar de werknemer fysiek letsel heeft opgelopen, vrij sterk. Het is immers makkelijk om te bewijzen dat er sprake is lichamelijk letsel.
Naast fysiek letsel kan een werknemer ook psychisch letsel oplopen door zijn werkzaamheden. In 2005 heeft de Hoge Raad in het arrest ABN Amro/Nieuwenhuys geoordeeld dat de zorgplicht van art. 7:658 BW ook van toepassing is op psychisch letsel. Een burn-out kan dus vallen onder ‘psychisch letsel,’ waardoor de werkgever onder omstandigheden hiervoor aansprakelijk kan worden gesteld. Zo moet er worden aangetoond dat er sprake is van een causaal verband; de burn-out moet het gevolg zijn van de werkzaamheden die de werknemer moet verrichten.
Voor de werkgever is het van belang dat hij voldoende doet om te voorkomen dat de werknemer een burn-out krijgt. Uit de wet volgt niet specifiek op welke manier de werkgever overbelasting kan voorkomen, wel volgen er bepaalde verplichtingen uit de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet. Het is voornamelijk van belang dat de werkgever een veilige sfeer op de werkvloer creëert en per persoon aankijkt wat de werknemer aan kan, en wat niet. Een werkgever zou onder andere een vertrouwenspersoon aan kunnen stellen.
In de praktijk komt het echter niet vaak voor dat een werknemer met succes zijn werkgever aansprakelijk kan stellen. Een werknemer moet namelijk aantonen dat zijn burn-out hoofdzakelijk is veroorzaakt door bepaalde werkomstandigheden, en niet het gevolg is van andere (privé) factoren. Een brief van een psycholoog of huisarts met de diagnose ‘burn-out’ is vaak te pril, en wordt niet geaccepteerd door de rechter. Met de toename van burn-outs zal de druk op de werkgever om hier verantwoordelijkheid voor te nemen groter worden. Wellicht zal er in de toekomst meer jurisprudentie over komen.