Hoe onwrikbaar is de huurtermijn bij huurcontracten voor bepaalde tijd?

Eindelijk is het je gelukt om die kamer van je dromen te bemachtigen. En ook al snurken de buren hard, loopt de vocht langs de kozijnen en leef je af en toe met meer muizen dan huisgenoten; je voelt je er toch op je plek en wilt er nooit meer weg. Dat je bij de intrek maar een contract voor bepaalde tijd kreeg interesseerde je dan ook niet zoveel. Maar de tijd rijpt, je moet binnenkort je huis uit en nu hoop je vooral een verlenging te krijgen van de huisbaas.

Met de introductie van de 'Wet doorstroming huurmarkt 2015', het 'Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur' en de 'Tijdelijke Wet Verlenging huurovereenkomsten' is het bijkans onmogelijk om door de bomen nog het bos te zien. Hoe werkt het recht rondom verlenging van tijdelijke huur nou?

Voor de inwerkingtreding van de 'Wet doorstroming huurmarkt 2015' was het uitgangspunt dat de huurder beschermd diende te worden door huurcontracten voor onbepaalde tijd te stimuleren en tijdelijke verhuur te beperken, dit laatste was enkel onder uitzonderlijke gevallen mogelijk. Echter, sinds de introductie van deze wet in 2016 is het ook mogelijk dat een verhuurder tijdelijk verhuurt: voor een zelfstandige woonruimte (kort: met eigen voordeur en voorzieningen) maximaal twee jaren, en voor een onzelfstandige woonruimte (zonder eigen voordeur en voorzieningen, de meeste studentenkamers vallen hieronder) vijf jaren. Als de huisbaas niet een maand voor het verstrijken van de huurtermijn aanzegt dat de huur stopt dan heb je van rechtswege een verlenging gekregen. En zo'n verlenging kan veel gevolgen hebben.

Is je eenmaal een huurcontract voor bepaalde tijd aangeboden dan kon die onder destijds geldend recht namelijk niet nogmaals worden aangeboden. Als de huisbaas dit deed, dan had je van rechtswege huurbescherming, oftewel een huurcontract voor onbepaalde tijd. Verlengingen werden belemmerd om eeuwige onzekerheid over je woonrecht tegen te gaan.

Dit rigide systeem van bescherming van huurders maakte dus dat verhuurders zeer beducht waren op het geven van verlengingen van tijdelijke contracten. Om uithuiszettingen te voorkomen in de coronatijden maakte de Tijdelijke Wet Verlenging huurovereenkomsten het mogelijk contracten die afliepen in de eerste helft van 2021 op verzoek van de verhuurder maximaal met drie maanden te verlengen tot uiterlijk 1 juli 2021, zonder dat een huurrecht voor onbepaalde tijd ontstaat. Dit om huurders en verhuurders wat ademruimte te geven. Het is nog niet duidelijk of deze wet verlengd gaat worden maar er is nog geen voorstel gedaan.

Nog relevanter is het 'Wetsvoorstel opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur'. Als dit wetsvoorstel van kracht gaat verandert de rechtspositie van huurders nogal. Het is vanaf dan mogelijk om zelfstandige woonruimtes drie jaren te verhuren (onzelfstandige woonruimtes nog steeds voor vijf jaren). Ook wordt het wél mogelijk om eenmaal een verlenging te geven zonder dat een contract voor onbepaalde tijd is ontstaan. Als de wet wordt aangenomen betekent het simpele feit dat jouw huisbaas vergeet het einde der huur tijdig aan te zegen niet meer dat je een contract voor onbepaalde tijd hebt verworven. Het wetsvoorstel is reeds aangenomen door de Tweede Kamer maar nog niet door de Eerste Kamer, de plenaire behandeling is gepland op 6 juli 2021.

Kracht van wet heeft deze regeling dus nog niet en wetten werken in beginsel niet met terugwerkende kracht, wel is het mogelijk dat rechters vooruitlopen op nieuwe wetgeving. Volledige zekerheid in de rechtszaal geeft het je dan misschien niet, wel is het een goede onderhandelingspositie die je zou kunnen gebruiken tegenover de verhuurder.

Dus voordat je jouw huis vaarwelzegt en in een ander huis muizen kan gaan vangen doe eerst goed onderzoek naar het huurrecht en jouw specifieke huurovereenkomst, hopelijk heeft deze blog je daar een beetje bij geholpen.