Xenotransplantatie: oproep tot een fundamentele discussie

Op 7 januari 2022 bereikten wetenschappers een mijlpaal in de geschiedenis van de orgaantransplantatie. Op deze dag onderging de 57-jarige David Bennett een harttransplantatie met een genetisch gemodificeerd varkenshart en hiermee was hij de eerste mens met een dierlijk hart. Op 8 maart 2022 is Bennett om nog onbekende redenen overleden.

De transplantatie van dierlijke organen in een menselijk lichaam wordt door velen gezien als een oplossing voor het donortekort, maar in Nederland is xenotransplantatie momenteel nog niet toegestaan. Uit de memorie van toelichting bij de wet inzake het verbod op xenotransplantatie blijkt dat xenotransplantatie in Nederland verboden wordt vanwege de gezondheidsrisico’s die de techniek met zich mee kan brengen. De politiek lijkt een blinde vlek te hebben voor de ethische dimensie en ziet een fundamentele discussie over het verband tussen xenotransplantatie en menselijke waardigheid over het hoofd.

Twee noties van menselijke waardigheid

Menselijke waardigheid is een abstract begrip bestaande uit twee verschillende noties. Enerzijds erkent men de notie van menselijke waardigheid als autonomie: hieruit vloeit voort dat ieder mens zelf beslissingen mag maken over zijn eigen lichaam, aangezien eenieder als persoon met zijn lichaam is verbonden.  Een consequentie van deze opvatting is dat eenieder zelf mag kiezen of hij gebruik wil maken van een bepaalde biomedische technologie, zoals xenotransplantatie. Hierbij is wel vereist dat de persoon een goed geïnformeerde keuze maakt.

Anderzijds bestaat de notie van menselijke waardigheid als collectief en deze notie zou in het geval van xenotransplantatie kunnen botsen met de notie van menselijke waardigheid als autonomie. Menselijke waardigheid kan gezien worden als een collectief en fundamenteel recht dat de bescherming tegen objectivering van de mensheid waarborgt. Deze opvatting kan echter botsen met de vrijheden van de individuele mensenrechten, indien deze inbreuk maken op het mensbeeld dat ten grondslag ligt aan de mensenrechten. Het is dan de vraag of xenotransplantatie een inbreuk maakt op het mensbeeld en daarmee de menselijke waardigheid schendt. De politiek slaat deze  fundamentele vraagstukken echter over en gaat slechts in op de gezondheidsrisico’s omtrent xenotransplantatie.

Het belang van de fundamentele discussie

Uiteraard is het van groot belang om deze gezondheidsrisico’s nauwgezet te volgen, maar deze risico’s zullen in de loop der jaren opgelost kunnen worden, waardoor dit bezwaar niet meer zal gelden. Het is van groot belang dat men - voorafgaand aan een eventuele introductie van een omstreden technologie - een ethische discussie voert, zodat men niet halverwege het wetgevingsproces de ethische dilemma’s ontdekt. De Toeslagenaffaire leert ons immers waar een gebrek aan ethische reflectie toe kan leiden.

Uit de memorie van toelichting blijkt dat de politiek geheel voorbij is gegaan aan de notie van menselijke waardigheid. Deze discussie zou echter de basis moeten vormen van alle discussies, aangezien menselijke waardigheid de basis is van alle fundamentele menselijke vrijheden en bescherming biedt tegen dehumaniserende behandelingen. Het is de erkenning van de waarde van het menselijk leven en indien men deze discussie zou overs[i]laan, dan zou men de waarde van het menselijk leven ook overslaan.

Door technologische ontwikkelingen zoals xenotransplantatie vervagen de grenzen van ons huidige vastomlijnde begrip van ‘mens-zijn’. Daar waar een mens vroeger volledig door de natuur bepaald was, kan de mens door xenotransplantatie niet-menselijke eigenschappen verkrijgen. Hoe zou het zijn als een mens meerdere organen van een dier zou overnemen? Hoe ver rijkt ons recht op maakbaarheid? Men dient zich af te vragen of dergelijke aanpassingen leiden tot een fundamentele aantasting van ons mens-zijn, want een dergelijke aantasting raakt niet slechts het individu dat xenotransplantatie ondergaat. Het tast ook het algemene mensbeeld als fundament van de maatschappij aan.

Conclusie

Kortom, het is onbevredigend en onaanvaardbaar dat de politiek xenotransplantatie slechts bediscussieerd in het licht van de medische risico’s. De discussie over het verband tussen xenotransplantatie en menselijke waardigheid is een complexe en rijke discussie die vele kanten op kan gaan. Wellicht is de conclusie van de discussie dat xenotransplantatie en menselijke waardigheid onder bepaalde voorwaarden hand in hand gaan, maar een eventuele opheffing van het verbod kan slechts geschieden na een fundamentele discussie over de betekenis van mens-zijn en menselijke waardigheid.