Ik heb een kind gekregen en wil graag minder uren gaan werken. Wat zijn mijn rechten en plichten?
Als werknemer heeft u een wettelijk recht om minder te gaan werken. Dit recht is neergelegd in de Wet flexibel werken. Minder werken kan een keuze zijn als u kinderen heeft. Deze wet en daarmee ook deze blog is van toepassing op uw situatie indien uw werkgever minimaal 10 werknemers heeft. Heeft uw werkgever minder dan 10 werknemers, dan heeft uw werkgever zelf een regeling met betrekking tot het recht van werknemers om de arbeidsduur aan te passen.
Wilt u minder gaan werken, dan zult u om te beginnen een verzoek moeten indienen bij uw werkgever. Dit verzoek moet aan 2 voorwaarden voldoen:
1. U bent ten minste 26 weken in dienst bij uw werkgever. Heeft u kortere periodes bij dezelfde werkgever gewerkt, dan mag u deze periodes bij elkaar optellen. De tijd tussen die periodes mag evenwel niet langer zijn geweest dan 6 maanden.
2. Een eventueel vorig verzoek dat u heeft gedaan is 1 jaar of langer geleden.
Schrijf een brief of e-mail aan uw werkgever waarin u vraagt of u minder of flexibeler (e.g. andere uren) mag gaan werken. U dient dit verzoek ten minste 2 maanden voor de datum dat u minder of flexibeler wil gaan werken te doen. Bij dit verzoek hoeft u de reden van uw verzoek niet te vermelden, maar dit mag natuurlijk wel. Vermeld in uw brief of e-mail in ieder geval vanaf welke datum u minder of flexibeler wilt gaan werken. Op de volgende punten kunt een verzoek tot wijziging indienen bij uw werkgever:
1. Arbeidsduur - het aantal uren dat u minder wilt gaan werken
2. Werktijd - de spreiding van het aantal werkuren over uw werkweek (bijvoorbeeld meer overdag, meer uren op een dag en andere dagen vrij)
3. Arbeidsplaats - de plaats waar u uw werk wilt doen (bijvoorbeeld thuis)
Uw werkgever zal vervolgens met u in overleg gaan over uw verzoek. Dit is de werkgever wettelijk verplicht. Uw werkgever zal nagaan of er voor het bedrijf redenen zijn waarom uw verzoek niet ingewilligd zou kunnen worden. Inwilliging van uw verzoek is namelijk niet onder alle omstandigheden mogelijk.
Uw verzoek om aanpassing van de arbeidsduur (onder 1) of de werktijd (onder 2) zal de werkgever moeten honoreren, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. In de wet zijn enkele voorbeelden genoemd van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelangen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien het verzoek leidt tot ernstige problemen op het gebied van veiligheid of van rooster technische of financiële aard.
In principe moet uw werkgever uitgaan van de werktijden die uw wilt. Kan dat niet, dan moet hij schriftelijk aangeven waarom dat niet kan en een voorstel doen voor een andere verdeling. U beslist of u daarop ingaat. Zo niet, dan gaat de aanpassing niet door.
Voor het verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats (onder 3) geldt het criterium van de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet. De werkgever zal uw verzoek van de werknemer echter wel serieus in overweging moeten nemen.
Uw werkgever zal minimaal een maand voor de gewenste ingangsdatum een beslissing moeten nemen over uw verzoek. Hij zal u deze beslissing schriftelijk moeten meedelen. Wijst hij uw verzoek af, dan is hij verplicht om daarbij te melden wat de reden is dat hij uw verzoek afwijst.
Laat uw werkgever niet binnen deze termijn iets weten, dan mag u doen alsof uw werkgever akkoord is gegaan met uw verzoek, ook al is dat door uw werkgever niet schriftelijk bevestigd.
Bent u het niet eens met de beslissing van uw werkgever, dan kunt u dit eventueel voorleggen aan de rechter.
Vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan contact op met de Rechtswinkel Utrecht!